Het verhaal van Ingrid Petiet | Mijn moeder
Door: Ingrid Petiet (Voorzitter Joodse Gemeente Zwolle) | Mijn moeder was nog geen vijftien jaar oud toen ze een belangrijk deel van haar familie verloor. Ooms, tantes, neefjes en nichtjes werden op verschillende plaatsen in Europa vermoord om geen andere reden dan dat ze Joods waren.
Het verdriet om die verloren familie is een steeds groter deel van mijn moeders leven gebleven tot ze twee jaar geleden overleed. De familie die niet was teruggekomen. Zo werd dat gezegd: “Ze zijn niet teruggekomen.” Maar ze waren om te beginnen al niet eens weggegaan. Want weggaan is een keuze, een besluit. Misschien niet van harte, maar toch. Ze waren gedwongen hun huis, hun buurt, hun stad, hun land, hun leven te verlaten om in een ver en gruwelijk oord vermoord te worden. Of om door honger en uitputting om het leven te komen. Wat niets anders is dan een langzame moord.
De pijn om het verlies was als een worm die het leven van mijn moeder uitholde en was tegelijkertijd de stok waaraan zij zich voortsleepte door het leven. Ze hield zich vast aan de verhalen over de familie.
Ik groeide op met een verdrietige moeder. De familie was er niet meer en was tegelijkertijd intens aanwezig. Wij leefden tussen de verhalen. En tussen de waarschuwingen. Het verraad heeft immers vele gezichten en je moet dus altijd op je hoede zijn. Bovendien is het beter wanneer niemand weet wie je bent, dus hou je een beetje gedeisd. Het noodlot in de vorm van mensen die mensen vernietigen kan immers elk moment toeslaan. Of anders gezegd, er kunnen altijd opnieuw mensen zijn die Joden willen vernietigen.
Maar als ik de angst voor verraad en voor – het opnieuw groeiend – antisemitisme laat winnen, dan heeft De Oorlog alsnog gewonnen. Liever kies ik ervoor de verhalen verder te vertellen. Kies ik voor het leven.